In het uitsprakenoverzicht vindt u eerdere uitspraken van de Geschillencommissie KPZ. Deze uitspraken zijn zo weergegeven dat ze niet tot personen te herleiden zijn.
Alle uitspraken van de samenwerkende Geschilleninstanties vindt u hier.
24.02 uitspraak
Verzoekster heeft een voorgeschiedenis van parodontitis, waarvoor zij zich (onder meer) liet behandelen in de praktijk van verweerder. In juni 2023 heeft zij een bezoek gebracht aan de praktijk van verweerder om facings te laten plaatsen. Tijdens het intakegesprek heeft zij een schriftelijke prijsopgave daarvoor ondertekend. De dag daarna zijn de facings bij haar aangebracht. Na de behandeling ervoer verzoekster (pijn)klachten en heeft zij, met haar zoon, de praktijk opnieuw bezocht. Tussen verzoekster en verweerder
24.10 uitspraak
Verzoeker is een jonge man, gediagnosticeerd met ADHD en PDD-NOS. Vanaf 2022 verbleef hij in een studio van verweerder, op grond van een Wmo-indicatie voor intramuraal beschermd wonen met 24-uurs zorg via zorg in natura. In de loop van 2023 werd besloten om hem te laten doorstromen naar een andere, zelfstandige, woonruimte van verweerder, mede omdat de beschikking voor beschermd wonen op 31 december 2023 afliep. Aan het eind van de dag van de verhuizing
24.05 uitspraak
Verzoekster heeft een gebitsprothese aangemeten gekregen door verweerder, een tandprotheticus. Zij stelt dat de prothese niet deugdelijk is, zowel voor wat betreft uiterlijke kenmerken als voor wat betreft de pasvorm. Daarnaast geeft zij aan dat zij tijdens het plaatsen van de prothese onheus is bejegend door verweerder. Verzoekster heeft ter onderbouwing van haar klachten over de prothese twee second opinions overgelegd en de commissie heeft daarover een oordeel gevraagd van een onafhankelijk deskundige. Mede op
24.09 uitspraak
Verzoekster onderging op 9 maart 2023 een chiropractische behandeling bij verweerder. Verzoekster stelt dat zij ernstige klachten ontwikkelde als gevolg van deze behandeling. Verweerder zou bij de uitgevoerde interventies onvoldoende voorzichtig zijn geweest en verzoekster stelt niet te hebben ingestemd met een zodanig intensieve behandeling. Voorts verwijt zij verweerder niet of niet adequaat met haar te hebben gecommuniceerd naar aanleiding van de door haar ingediende klacht. De commissie acht het eerste en tweede geschilpunt ongegrond
24.08 uitspraak
Verzoekster is een jonge vrouw met autisme. Zij ontving individuele en groepsbegeleiding van verweerder. In oktober 2023 kwam het tijdens de ambulante begeleiding tot een confrontatie tussen verzoekster en haar toenmalig ambulant begeleidster, die uitmondde in een zogenoemde meltdown van verzoekster. Verzoekster stelt dat er tijdens dit begeleidingsmoment sprake was van een onheuse en onprofessionele begeleiding. Voorts heeft zij ook in de periode daaraan voorafgaand onvoldoende op haar zorgbehoefte afgestemde communicatie door haar begeleidster ervaren.
24.06 uitspraak
Verzoekster is gediagnosticeerd met een ernstig verstandelijke beperking, borderline persoonlijkheidsstoornis en PTSS (posttraumatische stress stoornis). Zij ontvangt op basis van een Wlz-indicatie VG06 24 uurs begeleiding/beschermd wonen in de vorm van zorg in natura bij verweerder. Verzoekster stelt dat de zorgaanbieder afspraken in verband met trauma uit het verleden niet nakomt. De commissie acht dit geschilpunt ongegrond en wijst de vordering tot schadevergoeding af. Tevens wordt door partijen overeengekomen dat verweerder een excuusbrief aan verzoeker