Skip to content

24.10 uitspraak

Kern

Verzoeker is een jonge man, gediagnosticeerd met ADHD en PDD-NOS. Vanaf 2022 verbleef hij in een studio van verweerder, op grond van een Wmo-indicatie voor intramuraal beschermd wonen met 24-uurs zorg via zorg in natura. In de loop van 2023 werd besloten om hem te laten doorstromen naar een andere, zelfstandige, woonruimte van verweerder, mede omdat de beschikking voor beschermd wonen op 31 december 2023 afliep. Aan het eind van de dag van de verhuizing werd verzoeker door zijn medebewoner, tevens medewerker van verweerder, schreeuwend en scheldend aangesproken op het door zijn vader doortrekken van een internetkabel.

Verzoeker is hier enorm van geschrokken en de volgende dag naar zijn ouders vertrokken. Op diezelfde dag hebben de ouders van verzoeker per e-mail gevraagd om een gesprek met verweerder, samen met verzoeker. Dit werd geweigerd. In de daarop volgende weken heeft de persoonlijk begeleider van verweerder pogingen gedaan om het contact te herstellen. Dit is niet gelukt.

Verzoeker heeft volgens zijn ouders nog altijd psychische klachten als gevolg van dit incident.

Samenvatting

Verzoeker is een jonge man, gediagnosticeerd met ADHD en PDD-NOS. Vanaf 2022 was hij woonachtig in een studio van verweerder, op grond van een Wmo-indicatie voor intramuraal beschermd wonen met 24-uurs zorg via zorg in nature. In de loop van 2023 werd besloten om hem te laten doorstromen naar een andere, zelfstandige, woonruimte van verweerder, mede omdat de beschikking voor beschermd wonen op 31 december 2023 afliep. In de nieuwe woonruimte bleek geen internetkabel aanwezig te zijn om te kunnen gamen, een belangrijke hobby van verzoeker. De vader van verzoeker heeft deze op de dag van de verhuizing alsnog aangelegd. Toen de ouders aan het eind van de dag weer naar huis waren vertrokken, is verzoeker hier door een medewerker van verweerder, tevens medebewoner, schreeuwend en scheldend op aangesproken. Verzoeker is hier enorm van geschrokken en is de volgende dag naar zijn ouders vertrokken. Op diezelfde dag hebben de ouders van verzoeker per e-mail gevraagd om een gesprek met verweerder, samen met verzoeker. Dit werd geweigerd. In de daarop volgende weken heeft de persoonlijk begeleider van verweerder pogingen gedaan om het contact te herstellen. Dit is niet gelukt, en verzoeker loopt volgens zijn ouders nog altijd met psychische klachten als gevolg van dit incident rond.

Het geschil omvat de volgende onderdelen:

1. Verzoeker is onder druk gezet om te verhuizen naar een nieuwe locatie van [naam zorgaanbieder] en daarvoor is in eerste instantie € 400 aan huur gevraagd en later aangepast naar € 450;
2. Er is een verschil van inzicht met betrekking tot het door de vader van verzoeker zelf aanleggen van een internetkabel en de toegankelijkheid van het appartement;
3. [naam zorgaanbieder] heeft een gesprek geweigerd met verzoeker en zijn ouders.

Ten aanzien van het eerste geschilonderdeel oordeelt de commissie dat verweerder zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van zijn rol van begeleider en van de beperking van cliënt die meebrengt dat hij niet op een direct manier aangesproken moet worden. Dit laatste komt expliciet naar voren in de Risicotaxatie die als onderdeel van het geschildossier is overgelegd. Ook is de commissie van mening dat verweerder had moeten voorzien in periodieke rapportages waaruit naar voren komt welke afspraken met cliënt zijn gemaakt en welke stappen cliënt zet gedurende de begeleiding. Dit geschilonderdeel acht de commissie gegrond.

Met betrekking tot het geschilpunt over de huurprijs van de woning acht de commissie zich nietbevoegd. Hetzelfde geldt voor het tweede geschilonderdeel. De commissie heeft uitsluitend geschillenbeslechting over gedragingen van een zorgaanbieder jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening tot taak.

Ten aanzien van geschilonderdeel drie oordeelt de commissie dat verweerder in het gehele traject rondom de beëindiging van de zorgovereenkomst geen, althans onvoldoende, rekening heeft gehouden met het belang van verzoeker. De commissie acht dit geschilonderdeel dan ook gegrond.
Verzoeker en zijn ouders vorderen een vergoeding voor immateriële schade als gevolg van mentale schade die zij stellen door toedoen van verweerder te hebben geleden en vorderen de ouders een vergoeding voor materiële schade als gevolg van het incident.

De commissie stelt de immateriële schade van verzoeker naar redelijkheid en billijkheid vast op €200.
De immateriële en materiële schade van de ouders van verzoeker komt niet voor vergoeding in aanmerking, daar dit geen verplaatste schade betrof.

Leerpunten zorgaanbieder

Leerpunt 1 (vertegenwoordiging)

Het schriftelijk vastleggen van (wettelijke) vertegenwoordiging van cliënten bij aanvang van de zorg is van belang om onduidelijkheden te voorkomen.

Leerpunt 2 (zorgdossier)
Een zorgaanbieder dient zodanige aantekeningen van de voortgang/ontwikkelingen/bijzonderheden van de behandeling van de cliënt te noteren in het zorgdossier dat achteraf (desgevraagd) in voldoende mate rekenschap afgelegd kan worden over zijn beroepsmatig handelen.

Leerpunt 3 (communicatie)

Zorgverleners dienen zich bewust te zijn van hun rol en verantwoordelijkheid als zorgverlener.
Intervisie of een andere wijze van deskundigheidsbevordering zijn van belang voor de ontwikkeling van een professionele standaard.

Back To Top