Cliënte houdt pijnklachten over na een behandeling bij een chiropractor. Geen gebrekkige zorgverlening. Informed consent procedure is onzorgvuldig geweest. Geen grondslag voor schadevergoeding wegens ontbreken van causaal verband.
23.02 uitspraak
Kern
Samenvatting
Cliënte had een langdurige behandelrelatie met zorgaanbieder en bezocht de zorgaanbieder, een chiropractor, met klachten na het coronavirus. Zorgaanbieder voerde een serie behandelingen uit waarbij één specifieke behandeling, die bestond uit het losmaken van het middenrif van cliënte door toepassing van korte duwbewegingen vlak onder het middenrif (hierna: de behandeling), een hevige reactie bij cliënte veroorzaakte. Cliënte ervaart sindsdien klachten die haar belemmeren in haar dagelijks leven en werkzaamheden.
Voor de commissie staat vast dat de behandeling aan het middenrif heeft plaatsgevonden. De datum
van deze behandeling is onderwerp van geschil. Cliënte stelt zich op het standpunt dat de zorgaanbieder het dossier achteraf heeft aangepast. De commissie vermoedt dat de discussie over de datum van de behandeling voortkomt uit een leesfout in het handgeschreven dossier van de zorgaanbieder. De commissie heeft niet kunnen vaststellen dat het dossier achteraf zou zijn aangepast, en oordeelt de klacht ongegrond.
Ten aanzien van de informatieplicht van de zorgaanbieder oordeelt de commissie dat de zorgaanbieder onvoldoende informatie over het doel en de risico’s/neveneffecten van de voorgestelde behandeling aan cliënte heeft verstrekt. De aard, het doel en mogelijke risico’s hadden door de zorgaanbieder voorafgaand aan de behandeling besproken dienen te worden met cliënte. De klachten die cliënte na de behandeling heeft ervaren behoren niet tot de vooraf bekende risico’s van de behandeling, waardoor de zorgaanbieder hiervoor in het kader van de informed consent procedure niet kon en behoefde te waarschuwen.
De commissie heeft aanleiding gezien zich door een onafhankelijke deskundige te laten voorlichten over de behandeling geldende professionele standaarden binnen de beroepsgroep van chiropractoren. Op basis daarvan komt de commissie tot het oordeel dat aan de zorgaanbieder geen verwijt is te maken ten aanzien van de indicatiestelling voor de behandeling en het uitvoerde vooronderzoek. De commissie heeft voorts niet kunnen vaststellen dat de behandeling zelf niet conform de professionele standaard heeft plaatsgevonden en of de door cliënte ondervonden klachten het gevolg zijn geweest van de behandeling. Cliënte heeft na de behandeling verschillende medisch specialistische onderzoeken ondergaan, maar uit geen van deze onderzoeken is gebleken dat er bij haar lichamelijk letsel als gevolg van de behandeling is opgetreden.
Cliënte heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend. De tekortkoming in de informatieverplichting leidt niet tot een schadevergoedingsplicht voor de zorgaanbieder, nu het causale verband tussen de door cliënte ondervonden klachten en de behandeling niet kon worden vastgesteld.
In het kader van kwaliteitsverbetering formuleert de commissie drie leerpunten: aandacht voor de kwetsbaarheid van handgeschreven dossiervoering ten opzichte van elektronische dossiervoering, aandacht voor volledige informatievoorziening voorafgaand aan een behandeling, in het bijzonder als het een specialistische behandeling betreft die voor het eerst bij een cliënt wordt uitgevoerd, en aandacht voor nazorg in geval van een hevige of ongebruikelijke (emotionele) reactie tijdens of na een behandeling.