Skip to content

22.06 uitspraak

Kern

Een zorgdossier moet alle relevante feiten samenhangend met behandeling en voortgang daarvan bevatten. Zorgaanbieder heeft hier onvoldoende invulling aan gegeven. Het niet voldoen daaraan komt voor risico zorgaanbieder.

Een zorgaanbieder mag alleen een diagnose stellen indien deze hiervoor gekwalificeerd is. Ten aanzien van de klacht toonde de zorgaanbieder onvoldoende bereidheid om gesprek aan te gaan en tot oplossing te komen.

Samenvatting

De verzoekers (echtpaar) hebben zich tot de zorgaanbieder gewend voor relatietherapie. Later besloot de verzoeker in aanvulling daarop dat hij EMDR-therapie wilde volgen. De verzoekers zijn van mening dat het aantal behandeluren dat zij hebben gehad minder is dan wat zij hebben afgesproken (geschilonderdeel 1). Ook is de verzoeker van mening dat de zorgaanbieder tijdens de EMDR-therapie de zorgaanbieder ten onrechte de diagnose ‘psychose’ heeft gesteld (geschilonderdeel 2). Tot slot zijn de verzoekers van mening dat de zorgaanbieder niet mee heeft gewerkt aan de afhandeling van de klacht (geschilonderdeel 3).

De commissie is van mening dat in het zorgdossier duidelijk moet staan dat de zorgaanbieder de verzoekers heeft verteld over alle feiten die belangrijk zijn voor de behandeling en de voortgang/ontwikkelingen. Hieronder valt ook welke vormen van communicatie onderdeel uitmaken van de behandelingsovereenkomst en waarvoor ook tijd in rekening gebracht wordt. Als daaraan niet voldoende wordt voldaan komt dat voor rekening en risico van de zorgaanbieder. De commissie is van oordeel dat dit deel van het geschil gegrond is en kent verzoekers hiervoor een schadevergoeding toe van € 400,–. Dit bedrag is bij wijze van schatting vastgesteld en is gebaseerd op een schikkingsvoorstel dat de zorgaanbieder eerder heeft gedaan.

De verzoeker is van mening dat tijdens de EMDR-therapie ten onrechte de diagnose ‘psychose’ is gesteld. De commissie stelt vast dat de zorgaanbieder geen uitspraak mag doen over een diagnose en dus ook geen uitspraak kan doen omtrent over de juistheid hiervan. De beroepscode waaraan de zorgaanbieder zich heeft verbonden bepaalt dat de zorgaanbieder nooit diagnoses zal stellen en dit zal overlaten aan een arts. De commissie oordeelt dat de zorgaanbieder in de communicatie naar de verzoeker in ieder geval de indruk heeft gewekt dat sprake was van een diagnose. De commissie acht dit deel van het geschil gegrond.

Als er een klacht wordt ingediend moet de zorgaanbieder ervoor openstaan om het gesprek hierover aan te gaan om tot een oplossing te komen zonder zijn eigen belangen voorop te stellen. De zorgaanbieder heeft op alle klachten steeds afwijzend gereageerd zonder dat zij een inhoudelijk gesprek heeft aangeboden, ook nadat de klacht was ingediend bij Klachtenportaal Zorg. De commissie is op basis van de stukken en de houding van de zorgaanbieder tijdens de zitting van oordeel dat de zorgaanbieder vanuit emotie en met te weinig oog voor zijn positie heeft gereageerd. Van een professionele hulpverlener mag je verwachten dat zijn manier van handelen te controleren is en dat hij op een zorgvuldige manier omgaat met signalen van onvrede over de manier van handelen. De commissie acht dit onderdeel van het geschil gegrond.

Leerpunten zorgaanbieder

Leerpunt 1 (m.b.t. de behandelingsovereenkomst

In de behandelingsovereenkomst dient voldoende concreet te worden opgenomen waar de behandeling uit bestaat en welke vorm van communicatie hieronder valt zodat e.e.a. achteraf reproduceerbaar is.

Leerpunt 2 (m.b.t. het zorgdossier)

Een zorgaanbieder dient zodanige aantekeningen van de voortgang/ontwikkelingen/bijzonderheden van de behandeling van de cliënt te noteren in het zorgdossier zodat achteraf (desgevraagd) in voldoende mate rekenschap afgelegd kan worden over zijn beroepsmatig handelen.

Leerpunt 3 (m.b.t. het stellen van een diagnose)

Een diagnose mag uitsluitend gesteld worden door een daartoe gekwalificeerd zorgaanbieder, ieder ander dient zich hiervan te onthouden en daar ook expliciet in te zijn in zijn communicatie.

Leerpunt 4 (m.b.t. de klachtenafhandeling)

In het kader van een deugdelijke klachtenafhandeling dient de zorgaanbieder te borgen dat de cliënt bij een uiting van onvrede zich voldoende gehoord voelt om zo invulling te geven aan de Wkkgz en  tevens te leren van de klacht en ongewenste gebeurtenissen.

Back To Top