Moeder van verzoekster leed aan vasculaire dementie en werd thuis verzorgd door verzoekster. De zus van verzoekster was de gewaarborgde hulp van moeder. Tussen verzoekster en haar zus bestond onenigheid over de zorg voor moeder. Moeder is inmiddels overleden.
Tussen moeder en de zorgaanbieder is een zorgovereenkomst gesloten, maar de zorgaanbieder trok zich – in overleg met de zus – voor aanvang van de zorg terug, omdat zij niet voldoende geschikt personeel had om aan de zorgvraag van moeder te kunnen voldoen. Volgens de zorgovereenkomst gold een opzegtermijn waar de zorgaanbieder zich niet aan heeft gehouden. Ook de professionele zorgplicht brengt mee dat de zorgaanbieder een overbruggingsperiode in acht dient te nemen als zij de toegezegde zorg niet kan leveren. Verder is de zorgaanbieder afspraken over communicatie met verzoekster niet nagekomen. De commissie acht zich niet bevoegd met betrekking tot de vraag of de AVG is geschonden en verwijst naar de toepasselijke klachtenregeling van de zorgaanbieder. Door verzoekster gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen.